Home Kennis Thermometer in de Regionale Energiestrategieën: waar staan we?

Thermometer in de Regionale Energiestrategieën: waar staan we?

We wekken wereldwijd, en ook in Nederland, steeds meer duurzame energie op. Eén van de afspraken in het Klimaatakkoord is dat we onderzoek doen naar waar en op welke manier het beste duurzame elektriciteit op land kan worden opgewekt. Dat gebeurt binnen de Regionale Energiestrategie (RES), die Nederland onderverdeelt in dertig energieregio’s. In iedere regio staan overheden, inwoners, bedrijfsleven, netbeheerders en maatschappelijke organisaties voor de vraag hoe het doel van 35 TWh aan duurzame energie op land in 2030 concreet kan worden bereikt. Waar kan bijvoorbeeld wind en zon ruimtelijk worden ingepast, en waar zijn welke warmtebronnen te gebruiken zodat wijken en gebouwen van het aardgas af kunnen? Demissionair minister Van 't Wout (Economische Zaken en Klimaat) gaat in een Kamerbrief van 8 maart 2021 in op de voortgang van dit RES-proces, en de uitdagingen daarbij.

Deadline 1.0-versie RES: 1 juli 2021

Het voortouw ligt bij de energieregio’s, die allemaal hun eigen aanpak, werkwijze en planning hebben. Daarbij werken zij steeds binnen het Nationaal Programma RES (NP RES). In dit verband hebben de voorzitters van de 30 regio’s uiterlijk op 1 oktober 2020 hun (voorlopige) concept-RES bij het NP RES moeten inleveren. Op basis hiervan heeft het PBL een kwalitatieve analyse kunnen maken van de plannen, en heeft het NP RES advies kunnen uitbrengen. De volgende stip op de horizon is 1 juli 2021. Dan worden de regio’s geacht hun plannen verder te hebben geconcretiseerd op basis waarvan zij een RES 1.0 kunnen opleveren. Ondanks dat verschillende gemeenten (vanwege corona) hebben verzocht deze deadline op te schuiven naar 1 oktober 2021, om op die manier meer burgers te betrekken, vindt de minister het van belang toch de eerdere tijdlijn aan te houden. De minister roept daarbij op een ‘publieksversie’ van de RES 1.0 te maken: een communicatief product waarmee een breed publiek kan worden geïnformeerd over de uitdagingen, de ambities, de afwegingen, de keuzes en het proces. Op deze manier kan de RES 1.0 voor iedereen toegankelijk en begrijpelijk worden gemaakt en ligt er een steviger basis voor de volgende fase, waar de ingezette participatieprocessen een vervolg zullen krijgen.

Met het oog op het realiseren van de energieprojecten en de bijbehorende infrastructuur voor 2030 benadrukt de minister ook de borging van een tijdige vergunningverlening. Daarvoor is het van belang dat decentrale overheden de RES tijdig verankeren in de instrumenten die de Omgevingswet hen daarvoor zal bieden.

Uitdagingen RES-aanpak

De minister erkent daarnaast ook dat het RES-proces met uitdagingen is omgeven. Uit de PBL-monitor blijkt weliswaar dat het in het Klimaatakkoord gestelde doel van 35 TWh aan duurzame energie binnen bereik is, of het doel daadwerkelijk tijdig en gedragen wordt gerealiseerd is op dit moment echter nog moeilijk in te schatten.

Er moet nog veel gebeuren waar het gaat om het concretiseren van de ambities, het integraal afwegen van keuzes, het doorlopen van besluitvorming met volksvertegenwoordigers, het regelen van participatie en draagvlak en het daadwerkelijk op het net krijgen van de duurzame energie, aldus de minister. Overigens worden de regio’s nu ook geacht het onderwerp energiebesparing in de gebouwde omgeving in hun RES 1.0 op te nemen. De regio’s hebben dit onderwerp in eerdere fases nog niet inzichtelijk gemaakt. Ook hier is dus nog werk aan de winkel.

Bovendien blijkt uit de concept-RES’en, de PBL-analyse daarvan en uit de gevoerde bestuurlijke gesprekken dat zich knelpunten voordoen ten aanzien van de onderwerpen netcapaciteit; SDE en maatschappelijke kosten; energie in natuur en zon op daken. Naar aanleiding daarvan zijn vier onafhankelijke werkgroepen opgericht die de betrokken bestuurders van advies moeten voorzien, samengesteld uit experts afkomstig van onder meer ministeries, regio’s, provincies, vastgoedeigenaren, netbeheerders, de energiesector en natuur- en milieuorganisaties.

Lees hier de Kamerbrief over de voortgang van het proces Regionale Energiestrategieën van 8 maart 2021.