Home Kennis Nationale en internationale waterambities: stand van zaken

Nationale en internationale waterambities: stand van zaken

12 november 2019
Marije van Mannekes
en
Aart Jan van der Ven

Het klimaat verandert. Op steeds meer plekken in de wereld hebben we te maken met extremer en minder voorspelbaar weer. Daarbij speelt vaak het probleem van teveel of juist te weinig water. Het versterken van de weerbaarheid tegen klimaatverandering en specifiek het thema water, krijgt in Nederland grote aandacht. Daarbij werken we ook in toenemende mate internationaal samen. Minister van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) bespreekt in haar Kamerbrief van 6 november 2019 de laatste stand van zaken met betrekking tot water. Wij updaten u daar waar het gaat om de onderwerpen bescherming tegen overstromingen, klimaatadaptatie en mondiale inspanningen.

Bescherming tegen overstromingen

In Nederland wordt hard gewerkt aan de bescherming tegen overstromingen. Zo zijn er niet alleen suppletieprogramma’s voor de kust, waarbij sediment – meestal zand – opgespoten wordt om bestaande stranden te verbreden of nieuwe aan te leggen om de gehele kust beter tegen overstromingen te beschermen. Ook vinden er dijkversterkingen plaats binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en zijn er integrale maatregelen in het rivierengebied via het programma Integraal Riviermanagement (IRM). Het gaat hier met name om maatregelen tot 2050. Versnelling van de zeespiegelstijging die mondiaal al wel gemeten wordt, wordt op zijn vroegst vanaf 2050 langs de Nederlandse kust merkbaar, zo is de aanname. Via onderzoek wordt in dit verband geanticipeerd op de lange termijn en wordt geprobeerd de nu nog bestaande onzekerheden rondom de stijging van de zeespiegel zoveel mogelijk te verkleinen. In 2021 wordt vanuit het KNMI het Klimaatsignaal 2021 verwacht, met daarin de laatste inzichten op het gebied van klimaatverandering. In 2023 volgen er klimaatscenario’s met scenariogetallen.

Klimaatadaptatie en droogte

De droogte van 2018 heeft iedereen nog scherp op het netvlies. Afgelopen zomer was het in Oost- en Zuid-Nederland net zo droog als vorig jaar. Verwacht wordt dat deze droge zomers in de toekomst vaker zullen optreden. In dit verband wordt eind 2019 de eindrapportage van de Beleidstafel Droogte verwacht. Hierin zal de nadruk liggen op structurele maatregelen die nodig zijn voor een klimaatbestendige zoetwatervoorziening.

Het Rijk, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) tekenden op 20 november 2018 het Bestuursakkoord klimaatadaptatie. Hierin hebben partijen onder meer afgesproken dat het Rijk gaat investeren in ‘pilotprojecten’. Overheden en regio’s die al inzicht hebben in hun klimaatadaptatieopgaven, daarvoor al uitgewerkte programma’s of maatregelenpakketten hebben klaarliggen, ofwel waar aantoonbaar sprake is van urgente problematiek, komen in aanmerking voor ondersteuning. Op die manier wil de minister de uitvoering bij koplopers versnellen en de aanpak van urgente problematiek mogelijk maken. Voor het jaar 2019 en 2020 is voor de pilotprojecten in totaal € 20 miljoen beschikbaar gesteld. De tweede tranche pilotprojecten gaat naar verwachting begin 2020 van start.

Daarnaast heeft de minister de intentie om in totaal circa € 150 tot € 250 miljoen te reserveren voor de tijdelijke impulsregeling Klimaatadaptatie – eveneens voortvloeiend uit het bestuursakkoord – met als doel de versnelling van de aanpak van ruimtelijke adaptatie door decentrale overheden (wateroverlast, droogte en gevolgenbeperking overstromingen) financieel te ondersteunen. Hiervoor komen in beginsel alle decentrale overheden in aanmerking. Criteria zijn onder meer cofinanciering door de regio, urgentie en doelmatigheid van de maatregelen.

Tot slot heeft de minister naar aanleiding van het bestuursakkoord een wijziging van de Waterwet in procedure gebracht. Hiermee wordt het mogelijk om decentrale overheden een bijdrage vanuit het Deltafonds toe te kennen, ten behoeve van maatregelen en voorzieningen voor het tegengaan van wateroverlast. De bedoeling is dat deze wetswijziging op 1 januari 2021 in werking treedt. Lees hierover ook ons eerder verschenen blog.

Parallel aan de acties van het ministerie van IenW, werkt het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aan het Actieprogramma Klimaatadaptatie Landbouw en het Actieprogramma Klimaatadaptatie Natuur.

Internationale inspanningen

De schaal, urgentie en complexiteit van de wateruitdagingen vragen in toenemende mate om een integrale en internationale aanpak. Daarom richt Nederland haar blik ook buiten de landsgrenzen.

Op 4 juli 2019 hebben de ministers van Infrastructuur en Milieu, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en Economische Zaken en Klimaat de Nederlandse Internationale Waterambitie (NIWA) gepresenteerd. Hierin staat hoe Nederland structureel wil bijdragen aan waterveiligheid en waterzekerheid in de wereld en is ook klimaatadaptatie als een van de thema’s opgenomen. Een voorbeeld uit het NIWA is de ondersteuning die Nederland aan Bangladesh levert bij de formulering van het Bangladesh Deltaplan 2100, waarvoor Nederlandse kennisinstellingen samenwerken met Bengaalse overheden en instituten aan een langetermijnvisie, gebiedsgerichte adaptieve strategieën en een bijbehorend investeringsprogramma.

Ook heeft de minister van IenW op 24 september 2019 deelgenomen aan de VN Klimaat Top in New York, waar het ‘Jaar van Actie’ van de Global Commission on Adaptation werd ingeluid. Deze Commissie roept de wereld op om in het jaar van actie, dat loopt tot 2020, concrete adaptatie-acties te versnellen, op te schalen en te financieren. Daarbij zet de Commissie in op acht actiesporen: klimaatbestendige infrastructuur, steden, financiering, lokale actie, voedselveiligheid en landbouw, water, nature based solutions en het voorkomen dat extreem weer uitmondt in rampen. Nederland zet zich, samen met het Global Center on Adaptation (GCA), vooral in voor het actiespoor water en het actiespoor infrastructuur. Bijvoorbeeld waar het gaat om het versnellen van concrete maatregelen voor klimaatbestendige steden. Hierbij valt te denken aan het realiseren van meer opslagcapaciteit van water, om paraat te zijn in tijden van droogte en de risico’s van droge periodes zoveel mogelijk te beperken.

Wat dichter bij huis zetten Nederland en Nordrhein-Westfalen hun bestaande samenwerking voort waar het gaat om een gezamenlijke grensoverschrijdende hoogwaterstrategie. Bovendien wordt in de Duits-Nederlandse grensregio samengewerkt aan onderzoeksprojecten en bij het ondernemen van communicatieactiviteiten en voorlichting om het bewustzijn over het risico van overstromingen te vergroten.

Tot slot wordt op 13 februari 2020 het programma Rijn 2040 van de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR) vastgesteld. Met dit werkprogramma wil de ICBR werken aan een klimaatbestendig en duurzaam beheerd Rijnstroomgebied. Nu de droogte van 2018 in de Rijn zeer lage waterstanden tot gevolg had met allerlei negatieve effecten, blijft onder meer laagwater voor deze commissie een belangrijk thema.

Raadpleeg hier de Kamerbrief van Minister van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat van 6 november 2019.