Home Kennis Kabinet zet urgentie van klimaatadaptatie kracht bij

Kabinet zet urgentie van klimaatadaptatie kracht bij

13 maart 2018
Edward Brans
en
Marije van Mannekes

Op 23 februari jl. bereikte het Kabinet de eerste mijlpaal in de nationale klimaataanpak. Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat (EZK) schetste in een brief aan de Tweede Kamer het proces om te komen tot een nieuw Klimaatakkoord, de opvolger van het Energieakkoord voor duurzame groei uit 2013. Het Regeerakkoord is daarvoor uitgangspunt. In de brief herhaalt Wiebes dan ook de belangrijkste intenties die daarin m.b.t. het klimaat zijn opgenomen, zoals een nationale emissiereductiedoelstelling van 49% in 2030 en het in samenwerking met gelijkgestemde Noordwest-Europese landen ijveren naar een reductiedoel van 55% aan broeikasgasuitstoot in 2030. Op 9 maart jl. werd bovendien bekend dat het Kabinet vooruitlopend op dit Klimaatakkoord 300 miljoen euro vrijmaakt voor CO2-reductie, te investeren in projecten als het aardgasvrij maken van bestaande woonwijken en geothermie.

Vaststaande uitgangspunten

Op basis van de in de brief gestelde kaders zullen de aankomende tijd gesprekken met maatschappelijke partijen worden gevoerd, waarbij het streven is om voor de zomer al te komen tot afspraken op hoofdlijnen. Een aantal zaken staan, mede vanwege de verankering in het Regeerakkoord, daarbij niet ter discussie. Dat zijn naast de genoemde nationale doelstelling ook de beschikbare financiële middelen, het stoppen van elektriciteitsproductie met kolen en een minimumprijs voor CO2 in de elektriciteitsopwekking. Ook staat vast dat het rijksbrede programma circulaire economie en de transitieagenda’s uit het Grondstoffenakkoord als onderdeel van de klimaatopgave worden uitgevoerd.

Kostenefficiëntie moet bij de te maken keuzes bovendien steeds leidend zijn. Ondanks de aanjagende rol van de overheid, die bijvoorbeeld tot uitdrukking komt in de financiële ondersteuning van onderzoek naar en ontwikkeling van klimaatvriendelijke technologie, komen de kosten van de transitie uiteindelijk ten laste van de samenleving. Het is voor het gewenste maatschappelijke en politieke draagvlak dan ook noodzakelijk om bij de keuze van maatregelen aan te sturen op maximale kostenefficiëntie. Relatief duur beleid moet te rechtvaardigen zijn vanuit het langetermijnperspectief en onvermijdelijk is dat plannen afvallen wanneer deze onacceptabel hoge kosten met zich mee brengen.

Sectortafels met een stevige regionale verankering

Minister Wiebes pleit ervoor dat gemeenten, provincies en waterschappen bij de onderhandelingen inzetten op een regionale aanpak. De vijf inhoudelijke sectortafels (gebouwde omgeving, mobiliteit, landbouw en landgebruik, elektriciteit en industrie) zijn de belangrijkste platforms waarin afspraken gemaakt zullen worden. Afgevaardigden van de decentrale overheden nemen plaats aan álle vijf sectortafels om samen met het Rijk en de maatschappelijk partners te werken aan een uitvoeringsagenda.

Deze stevige regionale verankering komt het meest duidelijk naar voren bij de sector gebouwde omgeving en de sector landbouw. Richting 2050 zal de gebouwde omgeving volledig CO2-arm moeten zijn en ook is in het Regeerakkoord aangegeven dat aan de eind van de kabinetsperiode nieuwe gebouwen in de regel niet meer op aardgas verwarmd worden. Dit betekent concreet dat er in deze kabinetsperiode 30.000-50.000 woningen en andere gebouwen per jaar aardgasvrij gemaakt zullen moeten worden. Bij de invulling hiervan ligt een grote regierol bij regio’s en gemeenten. Voor het bereiken van de reductieopgave van ten minste 3,5 Mton aan broeikasgas in landbouw- en landgebruik vormt de publiek-private samenwerking in de glastuinbouw een belangrijk speerpunt.

Om voortgang van de besprekingen en samenhang in de maatregelen te waarborgen komt er naast de vijf thematafels een zesde overleg: het Klimaatberaad. Uiteindelijk moet elke sector in de tweede helft van het jaar haar ideeën omzetten in concrete programma’s en een zelfstandig inhoudelijk akkoord opleveren. In 2019 moet vervolgens de uitvoering van het nieuwe Klimaatakkoord starten.

Bron: Kamerbrief Kabinetsinzet voor het Klimaatakkoord