Home Kennis Wetsvoorstel Herziening Warmtewet ter consultatie

Wetsvoorstel Herziening Warmtewet ter consultatie

7 juli 2016
Edward Brans

Op 6 juli 2016 heeft de minister van Economische Zaken de herziening van de Warmtewet ter consultatie voorgelegd. De herziening voorziet in een groot aantal nieuwe bepalingen in de huidige Warmtewet, die moeten leiden tot een beter functionerende bescherming van consumenten bij de levering van warmte. Warmtelevering kan voorzien in de verduurzaming en vermindering van de warmtevraag en daarmee in de transitie naar een duurzame energiehuishouding.

Op 1 januari 2014 is de Warmtewet in werking getreden. Deze wet zou na drie jaar geëvalueerd worden. De knelpunten die met betrekking tot de wet werden gesignaleerd bleken echter zo complex en omvangrijk, dat de minister op 2 april 2015 in zijn Warmtevisie al aankondigde dat de Warmtewet geëvalueerd én herzien zou worden, omdat een structurele aanpassing wenselijk was. In vervolg hierop heeft de minister Ecorys onderzoek laten verrichten naar de mogelijke marktmodellen voor de markt voor warmtelevering en is er belangrijke jurisprudentie verschenen, zie blogbericht. Deze elementen zijn verwerkt in het wetsvoorstel. Een aantal elementen uit het wetsvoorstel zullen wij nader toelichten.

Koude en lauw water

In het Energieakkoord wordt het gebruik van bodemenergie gezien als een mogelijkheid om de emissie van broeikasgassen tegen te gaan. Het is in die zin dan ook goed om te zien dat het gebruik van bodemenergiesystemen nog steeds toeneemt. Daarmee neemt ook het belang ervan toe. Toch valt de levering van koude, zoals gebeurt met behulp van een WKO-installatie, nu niet onder de Warmtewet. Ook heeft de Warmtewet geen rekening gehouden met de levering van lage-temperatuurwarmte, waarvan de Afdeling bestuursrechtspraak recentelijk heeft geoordeeld dat dit wel onder het bereik van de Warmtewet valt, zie het eerder genoemde blogbericht. Deze vormen van warmtelevering worden in het ter consultatie voorgelegde wetsvoorstel wel afzonderlijk geadresseerd. Ten aanzien van koude is geoordeeld dat dit in beginsel niet hoeft te worden gereguleerd, omdat het geen eerste levensbehoefte is. In het wetsvoorstel is hierop een uitzondering gemaakt namelijk indien de levering van koude noodzakelijk is om een systeem voor warmtelevering goed te laten functioneren, zoals bij WKO-systemen. Voor de levering van koude, als onlosmakelijk onderdeel van de levering van warmte, en de levering van warmte van lagere temperaturen, kunnen op basis van dit wetsvoorstel aparte maximumtarieven worden gesteld.

Correctiefactoren

De correctiefactoren houden verband met de implementatie van de EU Richtlijn Energie Efficiëntie (aangeduid als EED). In sommige gevallen kan het individueel gebruik niet alleen worden gemeten door een individuele meter of een verdelingssystematiek, omdat de ligging van de woonruimte in een gebouw ertoe leidt dat de ene woonruimte meer gebruikt dan de ander, ondanks dat de woonruimten dezelfde temperatuur hebben. Leidingverliezen via transportleidingen kunnen daar bijvoorbeeld de oorzaak van zijn. Het is daarom wenselijk het gebruik per woonruimte te corrigeren aan de hand van de ligging van de woonruimte in een gebouw. Vóór inwerkingtreding van de Warmtewet konden hiervoor correctiefactoren gebruikt worden. De Warmtewet voorzag echter niet meer in die mogelijkheid. Met name voor oudere, bestaande bouw leidde dit tot moeilijkheden omdat het individueel verbruik van woningen niet voldoende accuraat kon worden weergegeven. Om een voorbeeld te geven: centraal gelegen woningen in een woningencomplex profiteren van het stookgedrag van hun buren. Hun verbruik is dan ten onrechte laag ten opzichte van de buren waarvan zij meeprofiteren. Om die reden is nu in het wetsvoorstel alsnog de mogelijkheid geboden om correctiefactoren toe te passen bij bestaande bouw. Een en ander wordt nader uitgewerkt in een AMvB.

Toegang tot de warmtenetten

Dit is een belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel, waarover ook uitvoerig geadviseerd is. Momenteel is de warmtelevering veelal een gesloten systeem met een monopolist die alle taken uitvoert. De minister heeft afgewogen of dit systeem vervangen moet worden, zodat meerdere producenten en/of leveranciers toegang krijgen tot het net en er aldus 'open netten' ontstaan. De minister concludeert dat derdentoegang voor producenten wenselijk is, met name bij grote projecten zoals de grote centrale warmtetransportleidingen in de MetropoolRegio Amsterdam, Zuid-Holland en Arnhem-Nijmegen. Dit staat echter haaks op de investeringszekerheid, omdat neteigenaren bij derdentoegang minder goed kunnen inschatten of en wanneer hij zijn investering terugverdient. Daarom is ervoor gekozen derdentoegang voor producenten niet dwingend voor te schrijven (gereguleerde toegang). Het wetsvoorstel voorziet wel in onderhandelde toegang, zodat een producent het recht heeft informatie te verzoeken bij de neteigenaar en in overleg te treden over de toegang tot het net. De belangen van de neteigenaren worden gewaarborgd door in een AMvB eisen te stellen aan het verzoek van de producent. Als de producent en neteigenaar er niet uit komen, kunnen zij een beroep doen op de ACM. De minister heeft ervoor gekozen geen derdentoegang voor leveranciers op te leggen, omdat de voordelen die worden geassocieerd met het openbreken van de markt van warmteleveranciers, zoals de toenemende concurrentie, niet opwegen tegen de additionele kosten die het gevolg zijn van onder andere intensiever toezicht en netbeheer.

Rapportageverplichting duurzaamheid

Op dit moment is niet inzichtelijk wat het duurzaamheidsgehalte van de geleverde warmte is. Dit is wel van belang om te komen tot een (aantoonbare) klimaatneutrale energievoorziening. Daarom is in het wetsvoorstel opgenomen dat een warmteleverancier in zijn jaarverslag informatie moet opnemen over de duurzaamheid van de geleverde warmte, waarmee hoofdzakelijk wordt gedoeld op de CO2-emissie die gerelateerd is aan de warmtelevering. Om ervoor te zorgen dat eenduidige informatie beschikbaar komt en informatie vergelijkbaar is zullen de eisen aan de verslaglegging nader worden uitgewerkt in een AMvB.

Tot slot

Alle belangstellenden kunnen tot 17 augustus 2016 reageren op het wetsvoorstel via deze website.

Bronvermelding Foto: ''Nuon/Jorrit Lousberg".